Ga naar hoofdinhoud

Eindtoets formaties quiz

Meld je aan voor de cursus voordat je met deze test begint.
  1. 1. Wat bepaalt volgens Meijer hoe je van vijf achterop naar vier achterop gaat?

  2. 2. Wat verwacht Meijer van de wingbacks als je vanuit 1:5:3:2 of 1:5:2:3 speelt tegen driemansdruk?

  3. 3. Waarom is het lastig om met 1:4:4:2 ruit onder hoge druk van 1:4:3:3 uit te komen volgens Erwin van de Looi?

  4. 4. Geel bouwt op in 1:4:3:3 met de punt naar achteren op het middenveld. Blauw speelt mandekking, houdt +1 achterin en laat de spits een-tegen-twee drukzetten. De linker centrale verdediger heeft de bal. Wat moet de gele linksback volgens Ulderink nu in elk geval niet doen?

  5. 5. Wat doet Erwin van de Looi bij 1:4:4:2 vierkant vs 1:4:4:2-zone graag als de tegenstander kwalitatief veel minder is?

  6. 6. In vergelijking met de opbouw tegen 1:4:4:2 in een ruit ligt er tegen 1:4:4:2 in een kom in eerste instantie meer ruimte aan de zijkant, om daar een 4:3-situatie te creëren.

  7. 7. Waarom vindt Erwin van de Looi het prettig als teams 1:4:3:3 mandekking gebruiken om op eigen helft een 1:4:4:2 vlak te verdedigen?

  8. 8. Waar proberen de ‘tienen’ van het team van Erwin van de Looi zich te positioneren bij 1:4:4:2 vierkant vs 1:4:4:2 vlak?

  9. 9. Wat verwacht Rogier Meijer in deze situatie vooral van de drie spelers in de spotlights?

  10. 10. Wat is de eerste manier waarop Erwin van de Looi probeert een overtal te creëren bij 1:4:4:2 ruit vs 1:4:4:2 hoog?

  11. 11. Wat doet Erwin van de Looi als zijn elftal speelt vanuit een 1:4:4:2 vlak en het overtal in de opbouw erg gemakkelijk uitspeelt tegen een tegenstander die verdedigt vanuit 1:5:3:2 in de zone?

  12. 12. Waarom is het positie kiezen van de centrale middenvelder (de ‘zes’) enorm belangrijk bij 1:4:4:2 vierkant tegen 1:4:3:3 mandekking?

  13. 13. Het NEC van Rogier Meijer bouwt op in 1:5:2:3. De tegenstander zet druk vanuit 1:4:3:3 met de punt naar voren op het middenveld en gebruikt de buitenspelers heel centraal en hoog. De tegenstander stapt vroegtijdig back-op-wingback door. Waar ligt in principe de vrije man?

  14. 14. Wat vindt Meijer GEEN voordeel van een 3+2-opbouw vergeleken met een 3+1-opbouw

  15. 15. Volgens Erwin van de Looi moet je altijd blijven investeren in een goede veldbezetting. Waarom?

  16. 16. Rogier Meijer spreekt binnen 1:5:2:3 van de mogelijkheid om ergens op het veld een 4:2-situatie te creëren en uit te buiten tegen een vlakke 1:4:4:2. Waar is dat?

  17. 17. Wat is bij 1:4:4:2 ruit tegen 1:5:3:2 zone een mooie optie om tot kansen te komen volgens Erwin van de Looi?

  18. 18. Welke basisformatie behoort volgens Meijer niet tot de vijf meest gebruikte in 1:5:3:2 en 1:5:2:3?

  19. 19. Bij 1:4:4:2 vierkant vs 1:4:3:3 hoog druk gaat de bal naar de back. De ‘tien’ aan de kant van de bal beweegt naar de zijkant. Wat moet bij Erwin van de Looi de tweede ‘tien’ in deze situatie doen?

  20. 20. Vorig seizoen speelde NEC vaak 1:5:3:2 met één controleur en beide spitsen onder elkaar. Dit seizoen kiest NEC – als ze met vijf verdedigers spelen – vaak voor twee centrale middenvelders in plaats van één controleur. Wat is een voordeel van die eerste formatie (seizoen 20-21) ten opzichte van die tweede (seizoen 21-22)?

Terug naar: Eindtoets formaties