1.3.6 Tussentoets quiz Meld je aan voor de cursus voordat je met deze test begint. 1. Welke optie om van vijf naar vier achterop te gaan vindt Meijer voor zijn selectie minder geschikt? De middelste centrale verdediger schuift door en speelt als controlerende middenvelder Een van de twee buitenste centrale verdedigers schuift in richting het middenveld, de wingback aan die kant zakt uit Een van de twee buitenste centrale verdedigers wijkt uit richting de zijlijn, de wingback aan die kant speelt veel hoger en de middelste centrale verdediger zakt schuin uit 2. Wat bepaalt volgens Meijer hoe je van vijf achterop naar vier achterop gaat? De specifieke kwaliteiten van de spelers: zij moeten zich comfortabel voelen op de plek waarop ze terechtkomen Jouw visie als trainer: je hebt een bepaald idee over voetballen en de spelers moeten zich daarnaar schikken De formatie: speel je met de punt naar achteren, naar voren of met een vierkant, dan maakt dat een groot verschil 3. Je speelt zelf in 1:5:2:3 en de tegenstander zet druk vanuit een smalle 1:4:3:3 met de punt naar voren. Je bereikt een vrije centrale middenvelder en de tegenstander stapt door met een controlerende middenvelder. Wie komt er vrij? De binnenspeler aan die kant De spits Een wingback De andere centrale middenvelder Terug naar: 1.3.6 Tussentoets