Dan het laatste speelveldgedeelte binnen 1:5:3:2 en 1:5:2:3: hoog en centraal op het veld. Oftewel, de wisselwerking tussen de spits(en) en de aanvallende middenvelder(s). Wat verwacht Meijer daarin van zijn team, allereerst vanuit 1:5:2:3 met een vierkant?
Tegengesteld bewegen dus. Hieronder zie je tekeningen van twee situaties met verschillende looplijnen die Meijer benoemt.


Hoe zit dat in 1:5:3:2 met de punt naar achteren op het middenveld, als je geen drie maar zelfs vier spelers in die zone opstelt?